Sporten is net als eten, het hoort bij de dagelijkse gewoonte.
Kijk jij als beginnend sporter weleens met verbazing naar atleten of andere sporters die vele uren in de week sporten? Of kijk je ook zo op tegen die vele uren sporten, hoe je dat in je dagelijkse ritueel krijgt ingepland? Dit is nergens voor nodig! Sterker nog, ik zal je uitleggen hoe mijn vele uren sporten een onderdeel is geworden van mijn dagelijks ritme. Zo’n gewoonte als het is om te eten, zo’n gewoonte is het ook geworden om te sporten. Het heeft bij mij niet te maken met motivatie, hoewel ik ook weleens een training inkort of misschien zelfs wel oversla als de situatie daarom vraagt. Hoe dan? Lees verder hoe het ook voor jou een succesverhaal worden!
Op zoek naar een ritme
Toen ik zo’n 2 jaar geleden serieus begon te trainen met trainingsthema’s, was motivatie geen probleem. Ik wilde het tenslotte zelf. Het inplannen van alle trainingsuren in de week was de grootste uitdaging. Op mijn eerste schema’s van 2 weken stonden zo’n 7 tot 8 uur per week ingepland. In mijn logboeken kan ik nu terug lezen dat het er uiteindelijk rond de 5 uur zijn geworden… maar dit was ook meer omdat de eerste 2 weken tijdens mijn vakantie vielen en er geen zwembad in de buurt was. De 3e en 4e week stonden er netjes 7 en 8 uur in mijn logboek! Het sporten en de motivatie waren het probleem dus niet. De grootste uitdaging is het zoeken naar een ritme. Een ritme waarin je de geplande uren fatsoenlijk kan inplannen in een normale werkweek. Een werkweek ziet er voor iedereen anders uit, dus er is geen rode draad. Je zal zelf op zoek moeten gaan naar ruimte. Naar ruimte waarin je niet twee dagen dezelfde onderdelen mag doen achter elkaar. Dus geen 2 fietstrainingen of looptrainingen achter elkaar. Inmiddels had ik me al aangemeld bij Triathlon Vereniging Krimpenerwaard. De zwemtrainingen werden gehouden op maandag- en donderdagavond. Waarvan donderdagavond een werkavond was voor mij, dus geen optie. Gelukkig had ik vrijdag een thuiswerkdag dus kon ik schuiven met uren zodat ik tussendoor kon gaan zwemmen. Op zaterdag- en zondagochtend plande ik dan de langere duurloop en duurrit. Een enkele rit woon-werk is voor mij 28km, deze kon ik dus goed benutten voor de fietstraining, dat scheelt in uren! Dan bleef er nog ergens een avondloopje over. 6 trainingen in de week, alle onderdelen 2x. Het is zoeken en schuiven in het begin. Overigens gebeurt me dat nu nog steeds, voordeel is dat als het een keer echt slecht weer is dat ik mijn fietstraining omgooi met een looptraining. Lopen in de regen heb ik dan ook totaal geen probleem mee, maar fietsen in de regen is niet mijn hobby. Er zijn anderen die eerder opstaan om voor hun werk te sporten. Een normale werkweek is ca. 38 uur. Er zitten 168 uren in de week waarvan je er 7x8 slaapt , min je werkweek van 38 uur. Blijven er dus nog 74 uur in de week over… Ik zeg stel je prioriteiten bij en maak ruimte voor je sport!
Het sporten word langzaam een gewoonte
Na een aantal weken of liever gezegd maanden begonnen de trainingen binnen mijn gewone levensritme te vallen. Het begon aan te voelen als tandenpoetsen of eten. Ik dacht er niet meer over na dat er gesport moest worden. Het trainingsschema hoorde bij de normale week. Weer of geen weer, zin of geen zin. De sportkleren aan en gaan. Zeker in het eerste jaar, maar nu nog steeds wel, krijg ik van niet -triatleten, nog regelmatig complimenten dat ik het zo goed volhoud. Die opmerking verbaasde me in het begin zeker, het proces van af en toe eens een keer sporten naar 6x in de week is er behoorlijk ingeslopen zonder het besef te hebben dat ik het doe. Het is echt en deel van mijn dagelijkse ritme geworden.
Zijn triatleten autisten?
Ik moet altijd lachen als ik weer eens de opmerking krijg dat ik autistisch bezig ben. Zelfde ritme, zelfde patroon, dag in, dag uit…. Tijdens vakanties moet ik altijd wennen dat het patroon onderbroken wordt, hoewel ik dan ook op de gekste momenten mijn loopschoenen kan aantrekken en een rondje kan gaan lopen, of de fiets te pakken, maar ook gewoon het water induik om lekker meters te maken. Ik merkte pas dat het bij mijn dagelijkse ritme is gaan behoren toen de laatste triathlon wedstrijd er op zat op 8 september 2018, de triathlon Spijkenisse. Eigenlijk werk je er weken naar toe, dan op de dag zelf knal je alles eruit. Dit voelt super! Fijn om te merken dat je trainingen effectief zijn geweest. Zeer tevreden verliet ik de wedstrijd, mijn persoonlijke prestatie voelde als een overwinning.
Het zwarte gat, wat nu?
Maar bizar hoe ik me de week na de triathlon voelde, het waanzinnige gevoel dat de triathlon goed is verlopen staat to schril contrast met het gevoel: wat nu? De herstelweek kwam ik nog wel doorheen, zelfde ritme alleen nu met rustige hersteltrainingen (volgens schema). Maar meestal begin je daarna weer met rustige opbouw naar de volgende wedstrijd. Maar…..er viel een stilte. De schema’s stopte, het ritme stopte, mijn dagelijkse patroon was verstoord. Alsof je ineens niet meer eet op ‘vaste tijden’. Ik heb geen doel nodig om te sporten, hoewel het wel lekker is om af en toe een soort van meetpunt te hebben. Mezelf verbeteren is altijd prettig, maar mijn doel om te sporten is om gezond te zijn, me lekker te voelen in het dagelijkse leven, fit zijn of de stress wat makkelijker te kunnen verwerken. Of ik dan 20e of 180e word in een triathlon, als ik er maar plezier in heb en alles heb kunnen geven wat mijn lichaam op dat moment te bieden heeft. Het draait bij mij niet om cijfertjes, net die seconde sneller, maar om het gevoel. Maar ineens stilvallen na een voor mij intensieve sportperiode is een raar gevoel. Van mijn coach kreeg ik de opdracht mee om te genieten van de rust, lekker te sporten wanneer je zin heb of niet als je geen zin heb. Maar mijn hele gevoel vertelde mij dat ik wel zin had om te sporten, om door te gaan. Maar een lichaam heeft ook rust nodig. Dus toch maar verstandig een stapje teruggenomen, de intensiteit en uren omlaag maar vooral wel blijven genieten. Achteraf is het wel lekker, meer tijd voor familie, maar ook klusjes die zijn blijven liggen. De roep om te sporten is in deze periode eerst heel groot, dan geef ik mezelf over aan de rustperiode. Het voelt ook wel lekker aan om dusdanig fit en gezond te zijn om gewoon te kunnen sporten. En dat je trots kan zijn op wat je bereikt hebt.
Nieuwe plannen maken!
Hoe mooi is het om mee te maken dat je in de rustperiode best lekker kunt sporten en je ding kunt doen. Dat je brein zich gewoon weer aanpast. Nog veel mooier is het dat de honger naar meer sporten vanzelf weer komt! Zo richting december dat jaar begon het te kriebelen, de drang naar een vast ritme werd sterker. Tijd om nieuwe plannen te maken, wat zal ik op de agenda voor volgend jaar op zetten?
Ben jij ook een schemabeest?
Vanaf december ben ik dan ook weer volgens schema’s gaan trainen. Het voelde als snel weer als vertrouwd. Alsof je van een welverdiende vakantie terug komt er weer in je normale dagelijkse ritme komt. Persoonlijk word ik heel gelukkig van een schema. Tenminste, het zal niet om het schema gaan, maar het ritme. Het gevoel dat het weer een onderdeel van de dag word, net zo gewoon als eten. De deur uitstappen om te sporten zonder er eigenlijk bij na te denken. Het staat tenslotte op het schema voor die dag. Zin of motivatie? Heb je ook weleens geen zin om te eten? Precies, het hoort bij het dagelijkse ritme.